Opdrachten



Internet-opdracht Geschiedenis 4 Vwo




1. Lees deze opdracht eerst helemaal door.

2. Deze opdracht moet je met zijn tweeën maken. In uitzonderingsgevallen is het mogelijk om hem alleen te maken. Je docent beslist daarover.



3. Je begint in de klas met je boek. Zoek in hoofdstuk 1 en 2 van deel 2 de volgende zaken op en zet die op papier:



Als je klaar bent met dit gedeelte, laat het dan aan je docent zien. Die geeft dan aan of je verder kunt gaan.



4. Ga naar het computer-lokaal. Hier gelden de volgende spelregels:

a. geen jassen en tassen in het lokaal

b. alleen diskettes gebruiken die je van je docent krijgt

c. op de computer alleen aan deze opdracht werken.



5. Natuurlijk met zijn tweeën achter één computer. Start internet Sint-Vituscollege Lokalen Geschiedenis Lesprogramma 4 Vwo.

Je ziet dan een link: nazi-propaganda. Klik die aan en zoek daarop dan enkele posters op die een goed voorbeeld zijn van wat je bij punt (1) -kenmerken van totalitaire staten- hebt opgeschreven. Probeer een aantal posters uit te zoeken waarin verschillende kenmerken te vinden zijn. Schrijf voor jezelf op om welke posters het gaat en welke kenmerken je bij welke poster gevonden hebt.

Ga terug naar Lesprogramma 4 Vwo en klik de link sowjet-propaganda aan. Doe hiermee hetzelfde als bij de link nazi-propaganda.

Zoek nu een nazi-poster en een sowjet-poster bij elkaar waarin hetzelfde kenmerk van totalitaire staten voorkomen. Doe hetzelfde nog twee maal, beide keren met ander kenmerken. Als je dit gedaan hebt, heb je dus 3 groepjes van 2 posters (steeds één Duitse en één Russische), waarbij elk groepje steeds een ander kenmerk vertegenwoordigt. (Dus Duitse poster x en Russische poster y over kenmerk nr. 1, Duitse poster a en Russische poster b over kenmerk nr. 2, en Duitse poster p en Russische poster q over kenmerk nr. 3).

Download deze posters op je diskette. Zet de posters per kenmerk bij elkaar en vertel bij elk groepje om welk kenmerk het gaat en hoe je dat in die twee posters terugvindt. Zoek op de sites waar de posters vandaan komen informatie over de maker, het jaar en eventuele achtergronden. Vermeld die in je beschrijving.







6. Doe daarna hetzelfde voor twee kenmerken van het fascisme/nationaal-socialisme. Zoek bij elk kenmerk één poster van de site nazi-propaganda. Ook nu weer downloaden en beschrijven. Noem per poster het bedoelde kenmerk (wat je dus eerder bij (2) hebt opgeschreven), geef aan hoe dit kenmerk op de poster te vinden is en geef zo mogelijk achtergrond-informatie.



7. Doe tenslotte hetzelfde voor twee kenmerken van het communisme via de site sowjet-propaganda. Gebruik de kenmerken die je bij (3) hebt opgeschreven.



8. Als het goed is heb je nu 10 posters gedownload:

* 1 nazi-poster en 1 sowjet-poster bij kenmerk 1 van totalitaire staten

* 1 nazi-poster en 1 sowjet-poster bij kenmerk 2 van totalitaire staten

* 1 nazi-poster en 1 sowjet-poster bij kenmerk 3 van totalitaire staten

* 2 nazi-posters bij 2 verschillende kenmerken van fascisme/nationaal-socialisme

* 2 sowjet-posters bij 2 verschillende kenmerken van communisme



9. Werk alles uit in een werkstukje op diskette. Tekstverwerker (bij voorkeur WordPerfect 7 of 8, maar Word mag ook) gebruiken en daarin de gedownloade posters als illustratie gebruiken.



10. Beëindig je werkstuk met een goed beredeneerde conclusie over overeenkomsten en verschillen tussen nazi- en sowjet-propaganda.



De beoordeling zal gaan over de vraag of je je helemaal aan de opdracht hebt gehouden, of en hoe de gekozen posters passen bij de genoemde kenmerken, hoe goed je dit beargumenteerd hebt en hoe goed beargumenteerd je conclusie is (waarbij je moet verwijzen naar je toelichting bij de posters). Ook de uitvoering telt mee. Waardering: inhoud 80%, vorm 20%. Het eindcijfer telt twee keer mee.



Veel succes!




Terug naar agenda